Vermoedend zoekend pakte ik een boek erbij dat ik al een tijdje had zien liggen tussen mijn bijna twintigduizend boeken: “psychoanalyse in bewogen tijden” is de naam, uitgegeven door de Belgische school voor Psychoanalyse voor het 50-jarig bestaan van deze school, in 2015. De vereniging is trots tweetalig, en dus zijn de essays van dit boek ook in drie talen: Nederlands, Frans en Engels. Van Obscurantisme is nu eens weinig te merken, de taal is helder en bijna simpel. Fijn. Ook van de onbelezenheid die binnen die andere school, het grote pyramidespel van de academische wereld, speelt, daarvan is hier geen sprake: Sigmund Freud wordt voordurend geciteerd en besproken. We zijn hier onder intimi. Deze congresbundel is dan ook nooit uitgegeven, heeft geen ISBN. Door het te lezen en door het in mijn bezit te hebben voel ik me alsof ik een zaal binnentreed waar in een kring de analytici bij elkaar zitten. Misschien hebben ze wel paardenmaskers op en is er een pentagram op de grond getekend. Als het cultuurmarxisme al een complottheorie is, dan vormen de analytici de top van de complottenpyramide. Het Freudiaanse denken staat aan de basis van onze schema’s, het is de woekerplant die de filosofie en de wetenschap heeft overgenomen. De groep mensen die de bronteksten van de profeet bestuderen en interpreteren zijn de hogepriesters van ons denken.
De bevestiging van het vermoeden zat voor mij in de achterkant van het boek, waar de bundel in 4 delen wordt uiteengezet:
- Psychoanalyse en de wetenschap, een bijzondere verhouding?
- Psychoanalyse en psychotherapie, vele tinten grijs
- Psychoanalyse en kunst: tussen partituur en uitvoering
- Psychoanalyse en haar maatschappelijke relevantie
Hier zijn de drie A’s: Artist, Academic, Activist. Ze zijn hier gewoon, netjes onder elkaar! Wetenschap, kunst en maatschappij, de psychoanalyse kan over alle drie gelegd worden, de vlinder is gevonden. Ineens zien we ook de vierde modus, de vierde vleugel van de vlinder: therapie.
Therapie. Daarmee is het kwartet af. Artist, Academic, Activist en Analysand. De laatste A. De Analysant is degene die op de sofa ligt, terwijl de Analyst de pastoor is die de biecht afneemt. Het is minder activerend en de rol van gangmaker op het feestje dan academicus, artist en activist, maar de analysand is meer de weerslag, het uithuilen op de bank terwijl hier de psychoanalyst het voortouw neemt. Even bijkomen van het gevoel dat we de wereld vooruit aan het helpen zijn, even tijd nemen voor de eigen problemen en de touwtjes uit handen geven, de analyst, zoals hij zihzelf noemt, wij zeggen de psycholoog, die zal ons helpen met onze problemen. Dat is wat linkse mensen links maakt: ze verhouden zich meer tot die vier A’s. Met alle vier luiken hebben ze iets, of meer dan iets. In therapie gaan is een vast onderdeel van deze levenswandel, het is het geloof, zo je wil. Maar dan zijn er mensen die noch met wetenschap, noch met psychoanalyse, noch met activisme, noch met kunst een mallemoer te maken hebben. Dat zijn de barbaren.
