De familie Abdelbakir woonde op de Verlierstraat 103, op de vierde verdieping links. Ilias was vijftien, zijn zus Chaima zestien. Vader Younes was vijf jaar arbeidsongeschikt, niemand wist waarom. Hij zat de hele dag voor de moskee thee te drinken en bordspelletjes te spelen. Moeder Hamza zorgde ervoor dat er in de middag warm werd gegeten en maakte daarna drie kantoorpanden schoon. Chaima paste dan op de tweeling van drie, terwijl ze haar huiswerk maakte voor de volgende dag. Op zaterdag verdiende Chaima wat bij voor de familie in een schoenenwinkel aan de andere kant van de stad. Het was de enige dag van de week dat ze de deur uitkwam buiten school.
Ilias zat meestal ergens op een bankje met zijn vrienden Anouar en Mo. Mo draaide de hashjointjes die ze rookten, Anouar had de auto waarmee ze soms naar de Macdonalds gingen. Ilias deed het niet goed op school. De trajectklasbegeleider had al meerdere keren gedreigd dat hij zonder diploma van school zou worden gestuurd als hij nog meer zou spijbelen, maar tot nu toe is het bij dreigementen gebleven. Zijn zus Chaima haalde bijna alleen maar voldoendes op de HAVO, waardoor zijn ouders altijd reden hadden om boos te zijn op Ilias.
In de schoenwinkel van Chaima werkte ook een Nederlander genaamd Sander. Hij was licht autistisch maar hij had wel gevoel voor humor. Chaima vond hem soms leuk, soms niet. Wat Chaima van Sander vond maakte eigenlijk niet uit omdat hij om voor de hand liggende redenen geen huwelijkskandidaat was, maar er was een zekere spanning. Op een dag nodigde Sander Chaima via WhatsApp uit voor een verjaardag bij hem thuis. Chaima was verrast en reageerde beleefd. De volgende dagen overlegde ze druk met vriendinnen of en hoe ze op deze uitnodiging in moest gaan.
Uiteindelijk hadden Chaima en haar vriendinnen de perfecte leugen bedacht waarmee haar ouders haar die avond zouden laten gaan. Ze hadden gelijk gehad, maar vader Younes stond erop dat Ilias mee zou gaan. Schoorvoetend ging Chaima akkoord met deze voorwaarde, zich realiserend dat ze niet onder het toezicht van haar broertje uit zou komen. Ilias stond er op zijn beurt op dat zijn vrienden ook mee zouden gaan, toen hij pas op de avond zelf vernam dat hij met zijn zus naar een huisfeestje moest gaan.
Voor de deur van Sanders huis kwam het bijna tot een opstootje omdat Sander niet wou dat drie Marokkanen het feestje zouden komen verpesten. Ilias had hier fel op gereageerd en Chaima had tussen de twee bemiddeld. Uiteindelijk zouden de jongens op een bankje in de buurt wachten tot Chaima was uitgefeest, wat voor Chaima de meest ideale oplossing was en voor de jongens de minst ideale.
Sander vond Chaima meer dan leuk en hoopte die avond zijn onzekerheid te kunnen overwinnen zodat hij haar over zijn gevoelens kon vertellen. Tegelijkertijd had hij al iets te veel alcohol op, waardoor hij aan subtiliteit verloor. Chaima had te laat door dat Sander gevaarlijk dichtbij kwam toen ze beiden op de gang stonden en Sander Chaima vol op de mond begon te zoenen. Chaima hernam zich pas weer toen ze voelde dat de hand van Sander haar bij haar borst pakte en duwde hem van zich af terwijl ze een Arabische tirade afstak. Zonder haar jas te pakken rende ze naar buiten. In de auto terug naar de Verlierstraat probeerden de jongens erachter te komen wat er precies was gebeurd maar Chaima kon alleen huilen.
Ilias lag de volgende dag op het bovenste bed van het stapelbed, terwijl zijn zus beneden voor het eerst aan het spijbelen was. Hij keek naar buiten door de half gesloten gordijnen en zag een buurvrouw de straat oversteken en aanbellen bij een andere buurvrouw. Even later zag hij dezelfde buurvrouw aanbellen bij weer andere buurvrouw, terwijl nog iets later de tweede buurvrouw aanbelde bij nog weer een andere buurvrouw. Hij vond het verschrikkelijk om te zien omdat hij wist wat de roddel was. Hij probeerde in te schatten wat de gevolgen voor zijn familie waren voor wat er gisteren was gebeurd maar hij kwam niet ver. Meer nog dan dat alles voelde hij dat hij gefaald had in het beschermen van de eer van zijn zus. Het was één falen te veel.
Toen Ilias het huis uit rende riep zijn vader, die nu een keer thuis was, iets onverstaanbaars dat luid door het portiek echode. Anouar had toegegeven dezelfde wrok als Ilias te voelen en toen hij hoorde van zijn plan was hij direct in zijn auto gesprongen. Zonder helemaal tot stilstand te komen pikte Anouar Ilias op van de grote weg bij de Verlierstraat en reed naar het huis van Sander, dat ze van plan waren met stenen toe te takelen. In de straat van Sander trapte Anouar onverhoeds op de rem, omdat hij zwoer de Hollander te hebben zien lopen. Hij had gelijk en na wat geroep stapte Ilias uit, Anouar volgde vlak daarna. De Marokkanen holden naar Sander toe die verschrikt probeerde rechtsomkeert te maken. Anouar tackelde hem en Ilias begon onmiddellijk op hem in te trappen. Verschillende buurtbewoners liepen naar het raam en grepen naar hun telefoons. Ilias en Anouar renden terug naar de auto en raceten weg.
Eén seconde later trapte Anouar vol op de rem, zette de auto in zijn achteruit en stoof naar achter. Naast de kermende Sander trapte hij weer op de rem en stapte uit. Anouar tilde Sander op de achterbank en gaf hem nog drie, vier vuistslagen in het gezicht. Ilias en Anouar schreeuwden luid in elkaars oor dat ze niet wisten wat ze nu moesten doen. Met 140 kilometer per uur reed de auto de Duitse grens over.
Zo is het begonnen.