De Kunstenaar Spreekt (tekst)

Kunst is therapie

Ik ben begonnen met schilderen toen ik van mijn fiets was gevallen.  Ik ben met de fiets in een tramspoor blijven steken waardoor ik viel en mijn elleboog brak en op mijn kop terecht ben gekomen. Ik verzette me tegen de ambulanciers die me naar het st. Vincentius vervoerden. Foto’s maken, het duurde me al te lang. Ik was ook een beetje dronken dus ik ben gewoon weggegaan. Toen ik wakker werd zag ik mijn elleboog en realiseerde ik me dat het niet uit zichzelf ging herstellen. Uiteindelijk lag ik in het ziekenhuis in Mechelen. Elk ziekenhuisbezoek is een trauma op zich. Een vriend belt me op om te vertellen dat een klasgenoot op hetzelfde moment is overleden als ik ben gevallen. Diezelfde klasgenoot had mij een paar weken eerder gebeld, na jaren stilte, om te zeggen dat het niet goed ging. Een dag later kwam de operatie. Toen is er bij mij een nieuwe elleboog ingezet van titanium. Ik word daar onnozel van. Ik werd wakker en ben ontslagen uit het ziekenhuis. Toen ik thuiskwam ben ik mijn appartement op gaan kuisen en toen vond ik mijn schildersspullen van toen ik twaalf, dertien jaar was. Ik ben gaan testen of er een patroon in zat als ik blind zou schilderen. Toen heb ik 50 tekeningen gemaakt op papier. De goede heb ik nog bewaard, hoewel ik ze nu niet goed genoeg vind. Een herontdekking van het zelf.

Jeugd

Ik heb negen jaar over het middelbaar gedaan. Ik denk dat ze me niet wouden laten gaan. Ik ben in een milieu opgegroeid waar creativiteit werd mogelijk gemaakt. Er zat een filosofie in vervat dat we een rollenspel spelen waarin we elkaars rol bestendigen. Mijn eerste toneelstuk heette Tip Top in het Slop. Het ging over een clown die een appel pikte denk ik. Hij werd gearresteerd en in het gevang gezet. Tussen mijn achtste en mijn vijftiende heb ik veel meegedaan aan de Willy Calewaert voordrachtwedstrijd. Ik heb altijd prijzen gewonnen, maar ben nooit eerste geworden. De jury heeft de Prijs  van de Natuurlijkheid bedacht om mij toch een prijs te geven. Maar mijn grootste onderscheiding is dat ik afgestudeerd ben voor Toneelvoordracht en Reportoirestudie afdeling Woordkunst. Ik had echt geen goesting om Herman Teirlinck binnen te stappen. Nu heet dat De Studio zeker op het Mechelseplein. Ik kan de kunsten veel beter gebruiken dan mee te draaien in een industrie. Ik ga uit van het principe van levenslang leren.

Virtuele Identiteit

Ik heb mijn titels gekozen net zoals ik schilderde: blind. Ik moet er niet actief over nadenken. Het komt gewoon, natuurlijk, zonder er naar te vragen. Ze houden wel vaak verband met het grote idee van de bescherming van de virtuele identiteit. Ik beschouw de virtuele identiteit als een actueel gegeven. Het samengaan van al uw traceerbare acties door derden. Dat gaat om al uw virtuele transacties. Alles wat je zegt via de telefoon, de camera die opneemt. Dat is een politiek gegeven. Het moet ons in staat stellen om door middel van real time transparantie een mentaliteitwijziging te bekomen die het individu beschermt en tegelijkertijd fouten blootlegt, in het systeem of bij individuen. Same thing. Mijn titels zijn geformuleerd als premisses voor het boek over het verhaal van de virtuele identiteit. Dat boek moeten ze zelf maar gaan schrijven.

Triptiek

Ik heb gekozen voor de vorm van de triptiek omdat we ons als maatschappij  te veel focussen op het binair stelsel. Dat wetenschap enkel in ne ja/nee stelsel bereikt kan worden. De mens modeleert zich naar de computer, wat natuurlijk een absurd gegeven is. A story always has three sides, otherwise it is no story. De manier waarop ik mijn schilderijen heb opgebouwd is door het een multitude aan informatie te geven. Daardoor kan mijn werk moeilijk op tweemaal dezelfde manier bekeken worden. De gelaagde opzet werkt op die manier holografisch en doet mij vermoeden dat deze werkelijkheid holografisch is. Holografisch betekent dat het gesimuleerd is of wordt. Het impliceert het godsidee eigenlijk. Of Plato’s grot. Dat bevestigd mijn vermoeden dat alles perceptie is. Hierdoor is mijn relatie op de klippen gelopen: “Nee Jelle Debusscher, niet alles is perceptie.” En ik zei: “Jawel.”

Artiest zijn is ondankbaar omdat je je sociale leven onder druk zet omdat je niet de reguliere paden wilt volgen. Kunstenaarschap gaat sowieso over het jezelf afsluiten. Het geeft je de mogelijkheid om retroinspectief te werken. Je hoeft niet na te denken. Dat is een therapie eigenlijk, zoals kunst een therapie is. Kunst zal de wereld redden, het is niet anders.

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s