Paris va bien

amelie-10-screencapture-canal-saint-martin-paris

Deze zomer ben ik vier uur in Parijs geweest. Ik moest overstappen en het was vakantie dus ik heb mijn tijd genomen. Verwend nest dat ik ben had ik alle toeristische attracties al minstens één keer in mijn leven bezocht en kon ik dus doen wat ik wou.

Zoals het hoort heb ik Le Canard Enchaînée gekocht en een Croque Monsieur gegeten in een bistrot aan een boulevard. Ik was op zoek naar sporen van de anarchistische lenteprotesten die een paar maanden geleden dit deel van de stad hadden gedomineerd, maar ik vond ze niet. Het waren de maanden van de toeristen. De brandende barricades hadden plaatsgemaakt voor dansende lichtvlekjes en dwarrelende vlinders langs het water van de Canal de St. Martin bij les Écluses des Récollets. De namen alleen al doen menig toeristenhart smelten. Als ik dan vertel dat het gaat om het sluisje van de foto in een gemoedelijk wijkje aan de oostkant van Parijs, dan worden de markeerstiften er al gewillig bij gepakt. Juli en augustus is het seizoen, kom niet te vroeg. Anders krijg je vlinderbommen in plaats van vlinders, maar dat is stof voor een andere blog.

Ik had ook, zoals dat hoort, gesprekjes met de echte Parijzenaren. Bij mijn eerste gesprekje was ik achterdochtig. Ik zat rustig een shagje te roken toen mijn gesprekspartner kwam opduiken. Hij moest direct een hand krijgen en dat vertrouwde ik eerst niet. Uiteindelijk heeft hij zijn hand gekregen, daarna twee blaadjes en tot slot wat tabak. In ruil daarvoor kreeg ik twee hijsjes van zijn vliegensvlug gedraaide joint. Hij moest weer gaan omdat hij eigenlijk geen pauze had. Het was een handdrukwaardige handel.

 Mijn tweede gesprekje was voor de etalageruit. Dit was al de tweede wapenwinkel die ik in deze wijk had gezien en deze pakte wel erg groots uit. Het hoekpand ligt pal tegenover treinstation Gare de l’Est, je kunt op Google straatzicht zien waar ik stond. Ze verkochten Kalasjnikovs aan wereldwijde standaardprijzen en hadden ook munitie voor het oprapen uitgestald staan. De man met wie ik sprak stond een aankoop te overwegen. Hij zei dat hij zo’n soort voorwerp nodig had in de wijk waar hij woonde. Ik vroeg hem niet welke wijk dat was omdat ik wel wist waar ik het moest zoeken. De banlieu, wordt het door de locals genoemd. De uitgestrekte asfaltjungle waar regelmatig politiewagens in brand worden gestoken. Ik had de eindeloze rijen vervallen flats vanuit het treinraam gezien, toen een Amerikaanse toerist de Sacré-Cœur in de verte aanwees. Ze wist aan haar vriend uit te leggen dat zich daar de kunstenaarswijk Montmartre bevindt.

Rond dezelfde tijd waren er vijftien talentvolle jonge schrijvers in Parijs. In een stadvilla overdachten ze het leven en lieten ze zich leiden door het zonlicht dat door de bladeren van de stadsplatanen schijnt. Zij, en alle andere toeristen die de stad der liefde bezoeken, maken zonder het te weten de titel van dit stuk. Paris va bien. Het is eigenlijk de titel van een hiphopnummer, maar het is ook een ietwat cynische constatering. Een geruststelling. Een verleidelijke leugen.

Lees ook:

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s