
Hipsters. Ik heb er al een blog over geschreven. Toen schreef ik dat de Hipsters passé zijn en dat nu de tijd van de Gopnik is aangebroken. In deze blog ga ik een heel ander betoog houden, één die eigenlijk niet verenigbaar is met die andere blog maar ik mag dat, omdat in de Gebruiksvoorwaarden van deze blog expliciet staat vermeld dat blogs elkaar mogen tegenspreken (artikel 4: “… Tegenspraak tussen blogs is niet inconsequent maar wenselijk“). Ik heb nog niet vaak gebruik gemaakt van dit recht dus dat ga ik nu doen.
Toen de term ‘hipster’ net opkwam zat ik in het eerste jaar van mijn studie. Samen met mijn huisgenoot, die ik in mijn blogs ‘The Phenomenon’ noemde* en die tegenwoordig ook blogt ben ik op een mooie dag met een ironische typemachine onder de arm naar het centrum van Amsterdam getramd om op zoek te gaan naar “het epische epicentrum van de Hipsterheid” of zoiets. We hebben het niet gevonden. We zijn een paar vintage stores afgestruind en daarna was ik te laat op mijn werk. Het getypte logboek ben ik kwijt en de typemachine ook. Dit alles gebeurde dan ook een dikke tien jaar geleden.
In de jaren daarna ben ik de hipster steeds meer gaan haten. Als actief lid van de Piratenpartij associeerde ik mij met de activistische technorevolutionairen en zag ik ijdele consumptiesnobisten als mijn ideologische vijanden, met de nietszeggende politieke partij voor jonge mensen ‘NAT‘ als het trieste dieptepunt. Ik was dan ook redelijk in de war toen een baardhipster en bekende blogger even voorzitter was van de Amsterdamse Piratenpartij.
Op een dag kwam ik de archetype hipster tegen. Ineens zag ik het. Zijn boekenkast stond vol met net iets te typische hipsterboeken, hij droeg altijd net iets te ironische kleurenkleding en met zijn homostemmetje smeerde hij de ene laag smeuïge ironie over de andere. Zijn bandje (de Oh My God Why’s) was ook net iets te veel on the side en uiteraard had hij ergens een blogje lopen. Ik sprak mijn verdenking uit dat hij hipster zou zijn, wat hij uiteraard ontkende.
Er was nog iets speciaals aan hem en dat was dat hij een paar jaar ouder was dan ik toen was. Hij was dichter bij de dertig dan de twintig en ik vroeg hem hoe het voelde om ouder te zijn. Zijn antwoord zal ik nooit vergeten. Op een onverwachts serieuze toon antwoordde hij: “Je hebt niet meer het gevoel dat elke avond de laatste avond van je leven is”.
Er is nog een willekeurig gesprek dat ik me goed kan herinneren en dat was toen ik zelf 25 was. Het was op straat voor café Korsakov op het Mechelseplein in Antwerpen, een café dat in de wijde omtrek bekend staat om het kunstzinnige volk dat het trekt, dat ook iets met gezichtsbeharing heeft en wel eens een gekke jas durft aan te doen. “De gouden jaren zijn begonnen” vertrouwden de twee mannen me toe toen ze mijn leeftijd hoorden.
De gouden jaren. Het zijn de jaren na de Jaren des Onderscheids waar ik eerder al een prachtige blog over schreef. De jaren waarin seks en geld geen probleem meer zijn en je dus je handen vrij hebt om de bovenste schijfjes van de piramide van Maslow eens vast te pakken. Zelfontplooiing. Dat doe je uiteraard met de nodige ironie want zo heel belangrijk is het nu ook weer niet om jezelf te ontplooien. Je kent jezelf al meer dan vijfentwintig jaar inmiddels. Geen stress, geen surprises, geen emotionele achtbanen meer en van tijd tot tijd een goed glas bier. En als het even kan je eigen bedrijfje, dat bijna automatisch een hipstergeurtje krijgt. In mijn geval is dat een boekenbedrijfje. Wacht, ik gooi hier even een banner:
Oh ja, en om het af te sluiten een liedje van Metronomy. Het optreden was vrij slecht trouwens.
Meer lezen?
Ja natuurlijk!
- De Jaren des Onderscheids
- Die blog over dat Hipsters passé zijn
- Verslag van vijf jaar piratenpartij
- Dit is een PDF! Het boekje (van blogger naar schrijver! BLOEMLEZING-ALERT!) van de avonturen van The Phenomenon en yours truly, met name in ons schattige studentenhuisje in Amsterdam Nieuw-West.