De Jamsessie

Ze vroeg wat ik die avond gedaan had en ik kon geen antwoord geven. Ik kon geen woord uitbrengen en ik was alles vergeten. De volgende dag heb ik mijn herinneringen opgegraven en ze in elkaar gepuzzeld tot het verhaal hieronder. Of het chronologisch klopt weet ik niet, maar zo moet het ongeveer zijn gegaan.

Het begint er mee dat de wiet op is. Normaal gesproken is er al-tijd wiet maar nu dus niet. Bob is alleen thuis, zijn huisgenoot Charlie kan elk moment terugkomen van zijn werk . Bob heeft zijn dealer al meerdere berichtjes gestuurd.

Ik ben gewoon even op bezoek. Bob en Charlie wonen vlakbij en ik had Bob gevraagd om mee te gaan naar een jamsessie. Bob kon niet want hij heeft geen coronapas (zijn burgerpincode moet nog worden opgestuurd). Ik was dan maar even binnen gesprongen onderweg naar de jamsessie, stiekem hopend om nog even snel een jointje te kunnen meepaffen. Dat gaat dus niet, want de wiet is op.

Bob en ik raken al snel uitgepraat en komen op een punt waarop Bob mijn ‘plop’ geluidjes wil nadoen die ik wel eens maak tijdens een ongemakkelijke stilte. Een schaakspel kan ons redden.

Charlie komt thuis. Hij heeft een driedelig pak aan want hij heeft net een fotoshoot gehad voor de cover van zijn eerste boek. Zijn advocatenkantoor geeft ook boeken uit met advies. Hij vertelt trots dat zijn boek een vijf keer zo grote oplage krijgt als de vorige.

Charlie heeft ook een dealer besteld. Hij vertelt dat je nooit kunt weten wat een dealer bedoelt als hij zegt dat hij er ‘bijna’ is. Uit ervaring weet hij te vertellen dat ze je soms ook pas om 1 uur ’s nachts wakker kunnen bellen, daarom heeft hij voor de zekerheid een tweede dealer bestelt. De vraag is nu welke eerst is.

Ik zeg dat we nu net in een Amerikaanse stonerfilm zitten. Charlie zegt dat wiet inmiddels legaal is in Amerika en roept ‘LEGALIZE!’ en daarna dat we allemaal in onze eigen versie van Friends zitten. Bob zegt “We’re so like the Sex and the City girls“, een uitspraak van Sasha Baron Cohen’s Bruno als hij met stoere mannen rond een kampvuur zit. Volgens mij heb ik die meme ooit eens in de groep gebracht.

De bel gaat, de dealer van Bob heeft gewonnen. Het is een witte Hollander die ook pizza’s bezorgt. Charlie zegt op samenzwerige toon dat de meeste pizzabezorgers volgens hem ook andere dingen bezorgen…

Ik ben op zoek naar The Mushroom Cloud van Kyteman om in de muzikale sferen te komen maar ben de naam van het nummer vergeten. In de plaats daarvan zet ik een volledig concert van Kyteman op waar ik niet tevreden over ben. De dealer van Charlie belt aan.

Deze dealer is klantgerichter, iets wat Charlie in zijn hoffelijkheid nadrukkelijk opmerkt. Hij komt binnen en spreidt zijn waar uit over het keukenaanrecht. De eerste joint (met de wiet van de eerste dealer) had al de ronde gedaan en ik begin al te veel aan zelfreflexie te doen.

De complexe sociale interacties dringen zich aan mij op. De dimensie van een verkoper en zijn klanten, de geveinsde vriendschap (vooral in het digitale contact, want de politie leest altijd mee), de criminogene sfeer, maar ook de raciale kwestie, aangezien deze dealer zwart is. Charlie vraagt naar de prijs van de elektrische step van de dealer en zegt dat dat best duur is. Bob denkt in een misverstand dat het over de prijs van de wiet gaat. Ik denk dat de sfeer, die prima is, nog extra goed kan worden als ik hier live meespeel met Kyteman.

Ik zet mijn saxofoon in elkaar en ben ineens geïrriteerd om het feit dat ik mijn rietjes nooit netjes heb opgeruimd. Ik kan geen 2.5 vinden. Bob maakt een opmerking over de rietjes die hij ooit aan mij heeft gegeven, ik twijfel of hij nu doorheeft dat dit, na al die jaren, nog steeds diezelfde rietjes zijn. Charlie was even vergeten dat Bob ook saxofoon speelde.

Ik blaas op een 3 en krijg er geen fatsoenlijk geluid uit. De Dunning-Kruger nachtmerrie komt uit, ik probeer te bedenken of er iets anders is dan normaal waardoor ik nu effecief niet meer kan spelen. Ik geef mezelf een tweede kans en pak al mijn rietjes uit de tas en begin ze te sorteren, op zoek naar een 2.5 die niet kapot is. Ik maak me al zorgen over mijn prestaties tijdens de jam, maar maak mezelf wijs dat de sfeer ter plaatse en de live muziek straks het beste in mij naar boven zullen halen. Charlie heeft me al honderd keer gevraagd om niet te spelen en aan de buren te denken maar ik luister niet. De tweede dealer is inmiddels weg.

Ik wil een sigaretje roken, Charlie zegt dat hij heel hypocriet gaat zijn en vraagt of ik op het balkon kan staan. Ik maak een overdreven act waarin ik vertel over coffeeshops in Amsterdam waar vaste klanten een galactische paniekaanval krijgen als iemand in de shop tabak rookt zonder wiet en dat hij nu ook zo iemand is geworden. Op het balkon vraag ik me af of ik Charlie nu niet beledigd heb.

Vanuit zijn slaapkamer smeekt Bob aan Charlie om te tinderen. Het klinkt als een kind dat om een lolly smeekt. Charlie is een geslepen chatter en hij mag het account van Bob gebruiken om dates te fixen. Ze hebben hebben de app zelfs op hun gamercomputer geïnstalleerd, waardoor het echt een spelletje wordt. Charlie heeft geen zin om te spelen.

Ik vraag Charlie hoeveel tinderdates hij zelf heeft gehad. Zes, zegt hij. Hij kan ze allemaal opnoemen. Bob heeft blijkbaar een pizza bestelt. Hij zet een stuk of vijf flesjes hot sauce op tafel. Hij is uit op het soort wedstrijd waar ik niet zo goed in ben. Charlie gaat er gelukkig niet op in.

Het schaakspel is nog bezig en Bob lijkt niet van plan het af te maken. Ik stel een pat voor (ik bedoel eigenlijk een remise). Bob heeft mijn dame namelijk geslagen en staat duidelijk voor, als hij akkoord gaat met mijn voorstel dan heb ik er nog iets uit gehaald, denk ik geniepig. Bob gaat er niet op in. Ik krijg een stuk van zijn pizza.

Pas na de eerste hap ontdek ik dat het een funghi is en ik ben allergisch voor champignons. Bovendien heeft Bob de hele pizza volgegooid met hot sauce, waardoor ik alsnog met een hete bek zit. Ineens denk ik aan die keer dat hij zo’n ranzig bladerdeeg ding voor me had gekocht in de Nachtwinkel en dat ik die ook had weggegooid terwijl ik normaal nooit (nooit!) onbeleefd ben als het om voedsel gaat. Charlie is ondertussen een vliegticket aan het boeken.

Ik trek mijn jas aan, het is half tien dus als ik nu vertrek kan ik nog een beetje spelen voordat de kroeg om 23u dichtgaat vanwege corona. Charlie en Bob roepen in koor dat ik moet blijven en dat het regent. Wat ga ik doen bij die jamsessie? Blijf toch hier.

Dit is het punt waar ik anderhalf uur geleden voor had gevreesd. Ik zou me niet om laten praten. Toch is het ze gelukt. Bovendien was het mijn beurt om een joint te draaien.

De ontknoping van dit hele verhaal is dus dat ik niet naar de jamsessie ga.

Charlie vraagt wat het nut is van filosofie en of je nieuwsgierigheid kunt leren. Ik voel me vereerd dat ik deze moeilijke vraag mag beantwoorden en denk lang na. Uiteindelijk antwoord ik (een beetje flauw) dat je door de vraag te stellen al nieuwsgierig bent. We hebben het daarna nog even over paradoxen, zoals die van of een verzameling van verzamelingen ook zichzelf kan bevatten of zoiets.

Ik begin me zorgen te maken om mijn fiets, die nu al een eeuwigheid zonder slot in de gang beneden staat. Charlie zegt dat het inderdaad gevaarlijk is, met al die dealers die in en uit lopen. Ik wil nog iets zeggen maar dat was inderdaad wel de reden dat ik eraan moest denken.

Uiteindelijk stap ik dan maar op, de nacht tegemoet. Mijn fiets staat er nog. Ik heb nog zin in een sigaret en ga in het parkje bij een leeg terras staan om nog rustig even te roken. Er staat een man met een hond, ik laat me daar niet door weerhouden en hoop dat hij niet denkt dat ik uit ben op homoseks of zoiets. Ik bedenk me dat er ’s nachts in een park eigenlijk alleen maar louche figuren zijn zoals ik, een drugsgebruiker.

Na de sigaret is het nog maar een klein stukje naar huis, waar mijn vriendin al in bed ligt. Ze vraagt hoe de jamsessie was…

De Kabouter

De eerste coffeeshop die ik heb leren beminnen was De Kabouter op de Ruysdaelkade in Amsterdam. Het was een minishopje met een bank met twee tafeltjes en een bar met vier krukken. De tafeltjes waren gedeukt zodat het moeilijk was er een joint op te draaien, iets waar veel bezoekers opmerkingen over maakten. Er was…

Geef rokers privileges in ruil voor miljarden extra belasting

2,5 miljard euro op de jaarbalans van de Nederlandse staat komt van accijns op tabak. Meer dan de helft van de prijs van een pak peuken is belastinggeld, en volgens Brussel en de anti-rooklobby zou dat 70% moeten zijn. Zulke wetgeving vindt makkelijk doorgang, want aan rokers valt makkelijk geld te verdienen. Het is tegenwoordig populair…

“Narcostaat Nederland” uitgelegd aan Nederlanders (deel 1/2)

Als buitenlanders beginnen over het feit dat het toch wel bijzonder is dat je in Nederland marihuana en magic mushrooms kunt kopen alsof het worstenbroodjes zijn dan beginnen Nederlanders meestal te oreren over hoe onvoorstelbaar vrijzinnig, ruimdenkend en modern ze zijn en dat dit nu eenmaal de beste manier is om met drugsproblematiek om te…

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s