De Nacht waar je zo lang op hebt gewacht

Je bent een jaar of veertien als je aan God belooft dat je geen relatie met een meisje zult aangaan voor je zeventiende. Het is een weloverwogen beslissing, die moet voorkomen dat je fouten maakt. Het doel is om te trouwen met de vrouw van je leven, en trouwen kan niet voor je achttiende. Dus als je te vroeg begint met relaties dan vergroot je de kans dat je de verkeerde kiest. Een leven met één vrouw, zonder exen. Dat is het doel.

Je doet wel meer beloftes aan God, die je niet allemaal volhoudt. Zo heb je ook beloofd dat je nooit meer zou mastruberen, maar die belofte (of ge-lofte, om het nog zwaarder te maken) heb je gebroken. Gelukkig kun je het opbiechten aan een jongerenwerker met een pastorale functie om je zo weer vrij te kunnen voelen. De relatie-belofte, met die heldere houdbaarheidsdatum, red het wel.

Een jaar en een paar maanden voor je zeventiende verjaardag gebeurt het: je wordt verliefd, en zwaar. Avonden aan een stuk chat je met haar op MSN. Je weet dat zij weet dat jij weet… enzovoorts. Het hoeft niet benoemd te worden. Het is iets tussen jou, God en haar. Geloof. Overgave. Een rotsvast vertrouwen in Gods plan. De tekenen die Hij geeft zijn niet voor interpretatie vatbaar.

De nacht voor je zeventiende verjaardag, het begin van de belangrijkste dag uit je leven, vlucht je het huis uit. Je eet nog stiekem een hapje van de taart die je moeder al heeft gekocht. De levenstocht is lang, een kilometer of 150. Je plan is om naar haar huis te fietsen aan de andere kant van het land en dan haar hand te vragen. Een paar dagen later gaat ze naar Rome en zal ze je briefje vinden aan de Via Venti Settembre, de weg die is vernoemd naar je verjaardag en vanaf nu de dag dat jullie samen zullen zijn. 20 september 2008.

In de avond, na een volle dag fietsen, kom je bij haar huis aan, haar moeder doet open. Het meisje voor wie je komt is al vertrokken op schoolreis. Je hebt je vergist. Verward fiets je verder, je wil haar bellen maar je hebt haar nummer niet, nooit gehad. Je gaat terug om het te vragen. Haar moeder gniffelt een beetje. Als ze oppakt, in een bus vol ketende tieners, klinkt ze verbaasd, een beetje gechoqueerd. Uit medelijden zegt ze ja. Een week later maakt ze het uit zonder je ooit (ooit) terug te zien.

Het verhaal gaat een eigen leven leiden. Op school kennen alle meisjes de basis, ze vissen naar details om ze te verkopen in het roddelcircuit. Je begint zelf ook in te zien dat je een domoor bent geweest. Je gooit het over een andere boeg. Laat het wereldse leven maar komen.

Als getraind acteur wordt je gevraagd om te spelen in een video voor een voorlichtingstheaterprogramma over alcoholmisbruik. Op dat moment heb je zelf geen ervaring met alcoholmisbruik, tot voor kort was je nog een brave christen. Volgens het script moet je ook zoenen, iets wat je ook nooit eerder hebt gedaan. En zo wordt je eerste zoen een wilde filmkus. O ironie.

De ‘firsts’ volgen elkaar op, maar niet in de juiste volgorde. Na een first relatie zonder elkaar te hebben gezien en een first kiss voor de kunst volgt er nog een first date die niet echt een date bleek te zijn. De tweede afwijzing, er zouden er nog heel veel volgen.

Je begint aan het studentenleven, nog even groen als je altijd bent geweest. Een nieuwe vriend gelooft niet dat je (eigenlijk) nog nooit hebt gezoend, je kan het zelf ook bijna niet geloven. Twee jaar na de genânste dag uit je leven ben je nog geen stap vooruit. Maar hij leert je de kneepjes van het vak. Als leergierige student maak je driftig notities. Halverwege het semester, januari 2011, is het zo ver. In de vaste danstent praat je iets te lang met een veel te knap meisje. Hij duwt je in de goede richting: honk 1. Verder dan dat komt het niet. Op een date die volgt, als je denkt dat het gaat gebeuren, trekt zij haar pyjama aan. Het contact dooft uit.

Die zomer mag je achter de bar werken op een camping, wat voor vrouwen (zo blijkt) haast onweerstaanbaar is. Je wordt ontmaagd door een dikke Britse. De latjesbodem breekt, wat een mooie anekdote oplevert. Er volgen nog twee succesverhalen die zomer, medemogelijk gemaakt door je vriend de badmeester. Oh, the summer of love.

De kwaliteit van de vangsten laat te wensen over. Het wordt een thema: meisjes zonder pyjama staan aan het begin van de avond meestal onderaan de lijst. Zoals een huisgenoot het samenvatte: “neem de lelijkste chick uit de club in je hoofd. Als zij mooi begint te worden is het tijd om naar huis te gaan”. Maar zelfs de meisjes die pas aan het einde van de avond mooi worden zijn moeilijk te krijgen. Elk huisfeestje is dezelfde kansloze oefening. We dance all night to get lucky.

Eén vrouw stelt nooit teleur. Ze heet Mary Jane, de moederplant. Ze is nooit ver weg en als je geen zin hebt om je de hele nacht uit te sloven in de ijdele hoop dat je met het lelijkste meisje van de club naar huis kunt gaan, dan kun je altijd een jointje roken. Zo veel gemakkelijker. En goedkoper.

Ondanks de stoere praat ben je nog steeds de hopeloze romanticus die je was toen je zeventien werd. Eén of twee keer per jaar wordt je geraakt door de genadeloze pijlen van cupido. Elk jaar weer. Soms eindigt het slecht, soms slechter. Je wordt verliefd op de dochter van de groentenman. Ze vertrekt op vakantie, langer dan je je kunt voorstellen. Je paniekeert. Je koopt een appel en stopt een gedichtje in haar hand ‘last night I cried / I never do / forget me not / I might love you’. Je hebt er nooit meer iets van gehoord, uiteraard. We schrijven 2012.

Twee jaar later gebeurt het onvoorstelbare. Iemand ziet jou zitten, en nu is het eens een keer géén man. Ze is niet heel knap maar wel heel leuk. Je zag het niet aankomen en misschien dat het daardoor kon gebeuren. Op een avond in bed durf je het te vragen. “Is dit…”. Dat was het.

Zo ver ben je nog nooit gekomen. Een relatie! Drieëntwintig jaar ben je inmiddels al en voor het eerst heb je een relatie met iemand die niet voor de vorm, uit medelijden, heeft toegestemd. Nog één keer vertrappel je je. Na een ongeveer een maand zeg je de drie (of vier) woorden die je blijkbaar niet zomaar mag zeggen, zelfs niet in een relatie. Ze belt, je bent stoned, ze is bezig met ophangen en ze is er nog niet klaar voor maar je wil nog iets zeggen, een beetje stotterend. Iets te vroeg. Een paar maanden later gaat ze verder met één van je beste vrienden.

Niet veel later gebeurt het weer. Een meisje dat je bijna bent vergeten. Jaren daarvoor heb je al iets geprobeerd, toen je nog te jong was. Je hebt zelfs gezoend, maar dat gebeurde vaker. Nu mag het serieus heten. Ze loopt met je te koop, je bent de kers op de taart van haar perfecte leventje.

Maar de relatie is nog iets te open. Je ligt goed in de markt en profiteert ervan. Ze is in Berlijn, je maakt een tour door Duitsland en speelt op straat als Strassenmusiker. Er gebeurt wel eens wat. Je stapt in de taxi met een mooie vrouw met een jaartje extra levenservaring. Zoals een mooie vrouw betaamt laat ze de pyjama aan, maar als je de volgende dag in de bus naar Leipzig zit merk je dat je verliefd aan het worden bent. En dat terwijl je naar een liedje luistert dat je officiële vriendin nota bene op de iPod heeft gezet.

Je vertelt haar over je avonturen. Ze is verbaasd, maar niet boos. Toch maak je uit. Ze verdient je niet. Ofzo. Nu is ze wel boos. Je komt de nacht door met halveliterflessen Duits bier. Op de trein terug ben je alweer aan het flirten. Het is de zomer van 2015.

De feestjaren beginnen! Van relaties is nu geen sprake meer. ‘Fixen’ is ook geen noodzaak meer, hooguit een leuke extra. Als er iets gebeurt is het omdat zij meer heeft gedronken dan jij. Na een korte nacht verdwijnt ze dan. Een enkele keer wordt je daarna verliefd, dan krijgt zij het heft weer in handen en kan ze je kop eraf hakken. Niets nieuws onder de zon dus.

Wat wel opvalt is dat die toevallige gelukstreffers niet meer altijd de diepzeemonsters en augurkentonnen zijn die vroeger zo gek waren om het bed met je te delen. Soms zijn de dames redelijk oké. Er is progressie.

Je zou het eigenlijk niet over jezelf mogen zeggen maar je krijgt een soort Hank Moody uitstraling. Wat daarin meespeelt is dat je al zo lang aan het studeren bent dat je klasgenoten makkelijk vijf of zes jaar jonger zijn. Als er iets nog aantrekkelijker is dan een barman, dan is het een oudere klasgenoot. Je zit achterin de collegezaal, onopvallend proberen te wezen, en dan nog draaien meisjes (mooie meisjes!) zich om om oogcontact te maken. Het wordt pas echt genânt als een post-doc’er van ongeveer jouw leeftijd tijdens een examen de moeite doet om een pen voor jou van de grond te rapen. Het roddelcircuit gonst met je naam, maar dit keer is het niet omdat je een gigantische loser bent. Iets minder erg, maar toch.

Eigenlijk ben je geen relatiemateriaal. Dat is waar je langzaam achterkomt. Vrouwen vinden je leuk voor een avond, maar daar blijft het bij. Er zijn relatiemannen en er zijn mannen die eigenlijk alleen leuk zijn voor de avontuurtjes. Je kunt niet alles hebben. Natuurlijk zou je willen dat je niet zo verdomd alleen zou zijn, maar er zijn genoeg mannen die tussen wal en schip vallen. Je schikt je naar de rol.

Maar voor wie denkt dat het te laat is, ergens om de hoek wacht soms geluk. Want daar is die nacht waar je zo lang op hebt gewacht. Die nacht die wordt bezongen in het mooiste lied, al weet je dat dan zelf nog niet.

Er is een stadsfeest en je gaat quizen met een vriendengroep. Na afloop ga je er nog eentje (nog ééntje!) drinken in de stad. Je beland met een dikke Guiness op het terras voor een Iers café. Het is 18 augustus 2017.

Je maten die avond zijn je vriend de leraar en zijn vriend, een militair van de ontploffingsdienst. Een mijnenveger dus. Reuzeboeiend natuurlijk, maar er moet gescoord worden vandaag. Waarom zouden drie vrijgezellen anders de stad ingaan? Ze kunnen nog wat van je leren, zo weet je. Militairen zijn goed om mee te zuipen maar van vrouwen hebben ze geen verstand. En als je direct na je studies voor de klas gaat staan, wanneer leef je dan? Het is dus duidelijk: deze jongens hebben een duwtje in de rug nodig. Op je schouder zit een krekeltje dat al op je zat toen je je eerste Duveltjes dronk tijdens het quizen. Af en toe steekt hij de kop op.

Jullie stappen de karoakebar binnen want veel keuze is er niet voor een avond als dit. Het bier is duur, de muziek is slecht, maar de vijver is groot genoeg om in te vissen.

Nu is het zo dat meisjes altijd in gesloten groepjes staan te dansen, en dat het dus zaak is de schelp open te breken. Als een volleerde oesterman breek je een schelp open, zodat de jongens de kans krijgen om een praatje te maken.

Maar de oester is niet goed. Al snel zie je dat de dames te jong zijn, misschien zelfs minderjarig. Maar het is te laat, de jongens zijn al dankbaar aan de babbel geslagen. In een ideale wereld zouden uitsmijters minderjarige meisjes buiten de deur moeten houden in plaats dat ze jou buitenwippen als je een drankje te veel ophebt, maar dat is niet zo. Het uitgaanscircuit is hard.

Dus zonder je je af met de leidster van de crèche, een niet onverdienstelijke jongedame. Ze heeft vol blond haar, een mooie lach en een opvallend grote neus. Als je nog op de middelbare school had gezeten dan zat ze zeker in de top drie van de school. Je zou dan elke pauze mijmeren over wie van de drie nu echt de mooiste was en als ze ooit een woord tegen je zou hebben geuit dan zou je hopeloos verliefd zijn geworden.

Het bleken paardenmeisjes te zijn, ongelofelijk. En het mooiste meisje had al een vriend, niet dat je daar om gevraagd had. Dat zijn drie rode lichten: te jong, vriend en paardenmeisje. Er zijn eigenlijk weinig afknappers. Of een vrouw nu automonteur, schoonmaakster of advocaat is, het kan allemaal. Maar paardenmeisjes…

De krekel steekt ook weer de kop op, iedereen is onder de indruk (jij ook). Meteen beginnen de paardenmeisjes over de krekels die er bij de manege in het bos zouden zijn en dat jullie (vooral jij) ook eens langs moeten komen. Ach ja, gezellig is het wel. Met de paardenmeisjes.

Jij en de jongens escorteren de dames naar de auto van die knappe, die dus blijkbaar oud genoeg is om met een auto te mogen rijden. En daar gaan ze… Een mooie zomernacht zoals zoveel andere. Zoveel leuke nachten met leuke dames.

De volgende dag krijg je een berichtje op Facebook van een zomerse blondine met gladde dunne benen. Ze heeft je gevonden. Ze heeft je gevonden en ze geeft je niet op.

Overal waar ze kan tussenspringen springt ze tussen. Ze geeft je gratis rijlessen. Als ze toegang krijgt tot je kot is ze als een drugshond die wordt losgelaten in een gevangeniscel. Ze leest je blogs. Allemaal, zegt ze. Ze geeft je haar oude iPhone en ze helpt je verhuizen. Ze gaat mee naar de Ikea om nieuwe meubeltjes uit te kiezen. Maar kusjes geeft ze niet. Een maand lang houdt ze je aan het lijntje.

En dan is het je verjaardag. Je kunt je verjaardag alleen op de dag zelf vieren, zo vind je, anders is het een feestje ter ere van je verjaardag. Hoewel jullie bijna continue samen zijn geweest is er nog niets gebeurd, laat staan uitgesproken. Het zou vreemd zijn als ze erbij was. Moeilijk te introduceren. Ze zou niet komen. Maar ze is er toch. En die avond in het laat, als de helft van de mensen al weg is en de andere helft niet oplet, geeft ze me een kusje, de vrouw van mijn leven. Precies negen jaar later dan gepland.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s